Top 25 van de jaren ’10 – #1

31 dec

Bruce Springsteen – 8 november 2018, Walter Kerr Theatre, New York

Springsteen on Broadway hangt als een warme deken over mijn 30 jaar met Bruce Springsteen heen. De kaartjes ervoor kochten we vlak voor aanvang, na in totaal zeven uur wachten voor het theater. Net toen we begonnen te accepteren dat we ernaast gingen grijpen, stond daar dat mannetje voor het raam, met twee vingers in de lucht en met zijn andere hand wijzend naar ons. Eerst totale paniek, of mijn creditcard wel ging meewerken. Ik vroeg nogal wat van hem namelijk. Daarna volgde een half uur lang vooral met mijn hoofd schudden van ongeloof. Toen kwam Bruce op.

Het Walter Kerr Theatre op West 48th Street biedt plaats aan 975 mensen. We zaten op rij 13. Van buiten had je ons zo kunnen zien zitten, als de deuren open hadden gestaan. Bruce Springsteen stond er 14 maanden lang in totaal 236 keer. Wij waren bij show 216. Elke show was exact hetzelfde. De gemiddelde kostprijs van een kaartje was ruim 500 dollar. Enige kanttekeningen kun je hier best bij plaatsen, maar ik doe dat nu gewoon even niet.

We zagen dat hij ouder was geworden, en best wel zwaarmoedig, maar ook erg grappig. Hij blies nieuw leven in The Rising en The Promised Land. Hij speelde beter piano dan voorheen. Hij had natuurlijk ook flink kunnen oefenen de laatste tijd. Hij getuigde van zijn liefde voor zijn vrouw Patti Scialfa, die twee liedjes meezong. Hij betoonde eer aan Clarence Clemons en de E Street Band (daarna volgde Tenth Avenue Freeze-out) en aan de vrienden die hij verloor in Vietnam (Born In The USA). We hoorden hem liefdevol vertellen over zijn overleden vader (My Father’s House) en over zijn aan Alzheimer lijdende moeder (The Wish). Intiemer dan dit gaat het gewoonweg nooit meer worden.

Het keurslijf van het vaststaande script zat Bruce niet in de weg. Hij had het zich volledig eigen gemaakt. Voordat hij voor de tienduizendste keer Born To Run inzette, het slotakkoord, sprak hij de hoop uit dat hij een goede reisgenoot was geweest, de afgelopen jaren. Nou, Bruce, ik dacht dat ik het antwoord daarop de afgelopen tien jaar toch wel duidelijk had gemaakt.

“Wat een jaar… pff…”, zo begon ik deze reeks. Er is in 2020 op heel veel fronten heel veel veranderd. Wat live muziek betreft hebben we eigenlijk nog niet echt een idee welke kant het opgaat. Ik ga er natuurlijk nog steeds niet vanuit dat mijn reis met Bruce is geëindigd op Broadway. Maar mocht dat onverhoopt wel zo blijken te zijn, dan was dit het mooist denkbare eindstation.

WEETJE (waarvan je je kunt afvragen of iemand het wil weten)

Geef ik de nummer 1 van elk jaar 10 punten, de nummer 2 9 punten, en zo door, dan waren dit voor mij de beste live acts van de jaren ‘10. Een niet heel verrassend lijstje:

1 – Bruce Springsteen – 45 punten (6 noteringen, 6 concerten)
2 – Pearl Jam – 40 punten (7, 8)
3 – Tom McRae – 34 punten (4, 7)
4 – Wilco – 33 punten (4, 4)
5 – Glen Hansard – 25 punten (5, 6)
6 – Ryan Adams – 23 punten (3, 5)
7 – Eddie Vedder – 16 punten (2, 2)
8 – Damien Rice – 15 punten (2, 2)
8 – Roger Waters – 15 punten (2, 2)
10 – Anathema – 13 punten (2, 3)
10 – Conor Oberst – 13 punten (3, 5)
10 – The National – 13 punten (2, 2)
10 – U2 – 13 punten (2, 2)

Niet bepaald een verrassend lijstje. Tom McRae staat eigenlijk iets te hoog, door zijn 1e en 3e plaats in het ‘armoedige’ jaar 2010. En Arcade Fire en The National staan wat te laag, maar festival-optredens deden nu eenmaal niet mee aan de jaarlijstjes.

Plaats een reactie