21 maart, Amsterdam, Paradiso
We liepen naar buiten, de Tilburgse nacht in, na die overweldigende eerste kennismaking met Madrugada. We keken elkaar aan, brede lach op ons gezicht. En toen ging het dus van: “Ze spelen morgen weer”, “Gaan we morgen weer?”, “Ja, we gaan morgen weer!”.
Natuurlijk was het een illusie dat dat eerste concert geëvenaard ging worden. Maar dat was ook helemaal niet nodig. We wilden gewoon nog eens beleven wat we de afgelopen twee uur beleefd hadden.
Dat dat in Paradiso ging gebeuren was helemaal een mooie bonus. Het werd tijd, we waren er twee-en-een-half jaar geleden voor het laatst geweest. Corona. Corona. Corona. Dat ik dat woord de komende jaren maar nooit meer hoef te gebruiken in deze verslagen.
Paradiso toonde maar weer eens aan de zaal der zalen te zijn. Je hebt er overal goed zicht, je hebt er de glas-in-loodramen, de balustrades, het hoge kerkplafond, de akoestiek, de geschiedenis alleen al. Je hebt er zoveel. Als de neuzen van de band en het publiek er dezelfde kant op komen te staan, dan gebeurt er iets magisch.
De setlist was identiek aan die van een dag ervoor, dus weer veel nummers van de eerste plaat (Industrial Silence), en van de laatste (Chimes At Midnight). Toen ze het podium verlieten, na anderhalf uur, wisten wij wat er nog ging komen. Zes nummers, waarmee ze ons qua emoties nog eens alle kanten op gingen slingeren, te beginnen met het majestueuze Vocal van het eerste album. Hun beste nummer volgens velen.
Helemaal aan het eind het zwaarmoedige Valley Of Deception. Je kunt je niet aan de indruk onttrekken dat ze daarmee eindigen als eerbetoon aan Robert Burås, het muzikale brein van de band, totdat hij in 2007 overleed. Of in elk geval met hem in gedachten. Het was het laatste nummer dat op een Madrugada album verscheen waarop hij gitaar speelde.
Daarvóór was het het fantastische The Kids Are On High Street. Hun hit die nooit een hit werd. Leg de tekst uit zoals je wilt. Ik maak er dit van: Je bent jong, je smeedt grootse plannen, je droomt. Dromen komen uit of gaan in rook op. Niet alles zal vanzelf gaan, maar blijf dromen, “it’s only in hindsight that we will know what was right to do”.
Paradiso bereikte zijn kookpunt. De tweede avond evenaarde de eerste avond, en meer. Ik ben bang dat we de volgende avond weer waren gegaan, als ze ergens hadden gespeeld.
Als je zoiets als Madrugada zomaar op een onbewaakt ogenblik kunt tegenkomen, hoeveel meer ongelofelijk mooie, nog niet door mij ontdekte, muziek zou er dan nog zijn? Een mooi vooruitzicht is dat voor de komende jaren.
Een mooie gedachte om deze serie mee te beëindigen ook. Ik wens iedereen een gelukkig nieuwjaar, met veel schitterende nieuwe muziek.
Bedankt voor het lezen!
—
LIJSTJE (zie maar wat je ermee doet)
Het was de 9e keer dat ik een band 2 dagen direct achter elkaar zag (en grappig genoeg de 2e Noorse band, na Kaizers Orchestra).
“Back-to-back concerts” (zonder dag ertussen):
– Bruce Springsteen – 19 en 20 juni 1999, Arnhem, Gelredome
– Counting Crows – 4 en 5 februari 2003, Amsterdam, Heineken Music Hall
– Pearl Jam – 16 september 2006, Verona (Italië), Arena di Verona, en 17 september, Milaan (Italië), Datchforum
– Kaizers Orchestra – 1 april 2008, Amsterdam, Paradiso, en 2 april, Den Haag, Paard
– Bruce Springsteen – 19 en 20 juli 2008, Barcelona (Spanje), Camp Nou
– Pearl Jam – 26 en 27 juni 2012, Amsterdam, Ziggo Dome
– Pearl Jam – 12 en 13 juni 2018, Amsterdam, Ziggo Dome
– Madrugada – 20 maart 2022, Tilburg, 013, en 21 maart, Amsterdam, Paradiso